Cavalier King Charles Spaniëls


Back to Index

Back to menu

Inprenting & Socialisatie

 

Er zijn verschillende ontwikkelingsfasen, deze fases in het leven van de pup zijn dan ook zeer belangrijk.
De pup leert het gemakkelijkst tussen de 6 en 12 weken, natuurlijk kan je een hond zijn hele leven dingen aanleren, afleren of bijleren.

Maar hoe vaster een bepaald gedrag eenmaal in de hond zit, hoe moeilijker het wordt om dat later nog te veranderen of af te leren.

De eerste maanden zijn dan ook op te delen in verschillende fases, de eerste 9 weken bij de fokker en daarna bij de nieuwe baasjes thuis.    

1. Van 0 tot 2 weken is de slaap en eet fase (neonatale fase).
In deze periode doet de pup dan ook niet veel meer dan slapen en eten.
Zijn hersenen en zintuigen zijn volop in ontwikkeling, de geurzintuigen functioneren al direct na de geboorte en daarom is het dan ook belangrijk om de pup in deze fase al in contact te brengen met mensen en hun geur, dit is dan ook het eerste begin van het socialiseren.    

2. Van 2 tot 3 weken is de overgangsfase.
Bij de pup zijn de ogen en oren inmiddels open gegaan en je kan dan ook merken dat ze beginnen te reageren op de omgeving en het eerste spel en gedragspatronen met de andere pups zal zichtbaar worden.    

3. Van 3 tot 12 weken is de primaire socialisatiefase (inprentingfase).
In deze periode wordt alles als het ware in geprogrammeerd.
Het is dan ook belangrijk om de pup met zoveel mogelijk verschillende mensen (korte, lange, dunne, dikke, gekleurde en gehandicapte) maar ook met  kinderen en diersoorten kennis te laten maken.
Tevens ook met zoveel mogelijk verschillende omgevingsgeluiden zoals de stofzuiger, deurbel, vallende voorwerpen enz. enz.
In deze periode leert de pup ook hoe hij zich moet gedragen om te kunnen overleven (de oefenperiode) , in deze oefenperiode zal je gedragingen zien zoals prooi besluipen, rangorde spelletjes , paringsgedrag, dood schudden enz.
Eigenlijk alles wat de pup in deze periode meemaakt zal hij later normaal vinden.
Dus laat de pup zoveel mogelijk dingen meemaken die bij het leven horen van een hond.
Deze primaire socialisatieperiode is onderverdeeld in 3 fases, tegen het eind van de tweede fase is het ideale moment om het nest te verlaten en bij de nieuwe baasjes verder te gaan met het inprenten en socialiseren.
1 e fase 3 tot 5 weken.
In deze periode kennen de pups bijna geen angst en treden alles open tegemoet, dus een prima periode om kennis te maken met anderen diersoorten en mensen.
Het gezicht, gehoor en tastzin zal zich ontwikkelen, tevens zullen de pups langzaam overgaan op vast voedsel (afspenen).
Ook zullen de pups nu beginnen met communiceren doormiddel van de eerste blaf en grom geluiden, het spelen en de rangorde spelletjes zullen beginnen (oefenperiode).
Tevens zullen de pups bij te hard bijten gecorrigeerd worden door de moeder en de andere pups, zo leren zij de zogenaamde bijtrem aan.
2 e fase van 5 tot 8 weken.
De laatste weken bij de fokker,
De pups worden steeds meer onafhankelijker en drinken niet meer bij de moeder, ze kennen ook nog geen angst een prima periode om zo veel mogelijk ervaringen, situaties, mensen en andere honden te leren kennen bij de fokker maar natuurlijk ook bij de nieuwe eigenaren.
Aan het einde van deze periode zullen de pups iets voorzichtiger worden maar nog steeds erg nieuwsgierig.
Het is inmiddels tijd geworden voor nieuwe indrukken en dus ook voor de nieuwe eigenaren en woonomgeving.
3 e fase van 8 tot 12 weken.
Vanaf nu gaat het allemaal beginnen voor de nieuwe baasjes.
Het voortzetten van de inprenting zoals in de vorige fase en de pup op een positieve manier kennis laten maken met zoveel mogelijk in de maatschappij zoals het drukke verkeer en met de auto, bus, trein, lift, mensenmassa’s enz.
Maar dit alles met beleid want de pup is een stuk gevoeliger geworden.
De baas heeft een voorbeeld functie in deze periode en de pup leert zo te vertrouwen op zijn baasje (roedelgenoot).
Dus als de baas niet reageert in een nieuwe misschien wat enge situatie zal de pup dat goede voorbeeld volgen, en zo zal er gebouwd worden aan een goede relatie tussen beide waarin ze elkaar blindelings kunnen vertrouwen en het duidelijk is dat de baas de roedelleider is.    

4. De Juveniele fase.
Ook in deze fase het voortzetten van de inprenting zoals in de vorige.
De pup wil nu graag weten wat zijn plaats is in de roedel, dus het is erg belangrijk om consequent te zijn.
De pup zal steeds proberen om hoger op te komen en bezig zijn om de grenzen te verkennen.
Nu moet voor hem duidelijk worden wie de baas is en blijft.
Het is belangrijk om alles van het inprenten en socialiseren nu te blijven herhalen en steeds meer nieuwe dingen mee te laten maken.
In deze periode zal de pup ook gaan wisselen, en dan ook de neiging krijgen om ergens op te kauwen, zorg er dan ook voor dat er iets te kauwen valt anders zal de pup gaan kauwen op de meubels en dergelijke. Door het kauwen wordt ook de tastzin verder ontwikkeld.
De pubertijd bevind zich aan het einde van deze periode en het is dan ook erg belangrijk om nu ook consequent te blijven en de grenzen duidelijk aan te geven.

Pup ineens angstig?
Veel pups komen rond 12 weken in de angstfase terecht.
Dit is een tijdelijke fase waarin de pup ineens dingen spannend kan vinden, iets wat hij voorheen niet liet zien.
Deze angstfase is anders ten opzichte van 'normale angst'.
De angstfase gaat gewoonlijk vanzelf weer over, maar er zijn wel dingen die je kunt doen om de hond goed door deze fase heen te loodsen.

Wat kun je doen?
Zorg ervoor dat je niet teveel nadruk legt op hetgeen waar de hond ineens angstig op reageert.
Het is goed om de hond nog steeds wel in aanraking te laten komen met het object wat hij spannend vind, maar geef de hond iets meer ruimte. Loop bijvoorbeeld wat verder weg van het object dan je normaal gesproken zou doen.
Op deze manier kan hij er wel naar kijken, maar voelt hij zich iets veiliger door de extra afstand die gecreëerd is.

Kijk of je het gedrag van de hond kan omzetten naar een positieve staat, bijvoorbeeld door te spelen.
Beloon de hond als hij het object onderzoekt en zijn nieuwsgierigheid laat zien.
Dwing hem niet om iets met het enge object te moeten of er persé dicht bij in de buurt moeten komen.

 

 

 

Back to menu

Back to top